In het boek “Steeds Beter” van Gretchen Rubin (aff) las ik een leuk stukje over het onderscheid dat je kan maken in het tempo waarin mensen het liefste werken. Ze kwam uit op 3 verschillende types: de marathonloper, de sprinter of de uitsteller. Ieder met z’n eigen kwaliteiten en valkuilen. Als je weet welk type je bent, kan het je helpen om je manier van werken erop aan te passen en zo meer te doen met minder moeite. En je snapt ook beter waarom je collega áltijd op het laatste moment haar werk inlevert 😅.
Marathonlopers
Marathonlopers werken graag in een gestaag tempo door en ze hebben een hekel aan deadlines. Vaak hebben ze hun werk al ver vóór de einddatum af. Door langere tijd aanhoudend aan een project door te werken, neemt hun creativiteit alleen maar toe. Ze gaan dan misschien niet hard vooruit, maar door het gestage tempo bereiken ze wel stukje voor stukje hun grotere doel.
Ze worden vaak een beetje nerveus van sprinters en al helemáál van uitstellers. Hun grootste uitdaging is dus om te accepteren dat anderen hun werk soms pas op het allerlaatste moment afhebben. “Let it gooooo!”
Sprinters
Sprinters werken liever op een meer explosieve manier waarbij ze in korte tijd veel inspanning moeten leveren. Ze gaan vlak voor een deadline aan de slag en presteren dan het beste door de druk die dit met zich meebrengt. Ze verliezen de motivatie als ze langere tijd met hetzelfde bezig zijn. Het kan natuurlijk wel eens misgaan met dat op laatste moment werken, doordat ze de tijd verkeerd inschatten of dat er iets tussenkomt. Ook kan het ze veel energie kosten om in zo’n korte tijd zo te “pieken”. Maar voor hun voelt deze manier van werken vaak het fijnst.
Voor sprinters is het dus vooral belangrijk dat ze rekening houden met onverwachtse zaken die tussendoor kunnen komen en die hun planning kunnen veranderen. En vergeet als je een sprinter bent ook niet om genoeg rustmomenten in te plannen na je werkexplosie 🔥😁.
Uitstellers
Uitstellers beginnen net als sprinters pas vlák voor een deadline met hun werk. Het verschil is alleen dat zij er niet bewust voor kiezen, maar dat hun uitstelgedrag hiervoor zorgt. Daardoor voelen ze zich er ook niet zo prettig bij als een sprinter. Ze zijn opgelucht als het toch nog goed komt en nemen zich vaak voor de volgende keer écht eerder te starten. Haha, en dat lukt dan fantastisch….not.
Ze voelen zich niet fijn onder druk en ze zitten vaak in hun maag met het werk dat ze uitstellen, daardoor komen ze ook minder toe aan leuke en betekenisvolle dingen. En dat is natuurlijk jammer. Een manier om minder uit te stellen is door je werk beter te plannen of je lastigste klussen aan het begin van de dag te doen, wanneer je nog de meeste energie (en daarmee doorzettingsvermogen) hebt.
Vind je plannen lastig? Vraag dan iemand (liefst een marathonloper 😉) om je “accountability” partner te zijn. Iemand met wie je bijvoorbeeld aan het einde van de week even doorneemt wat je wel en niet gelukt is om te doen. En waarmee je samen een plan maakt voor de komende week. Deze (gezellige) stok achter de deur kan al veel helpen.
Hoe kun je dit gebruiken?
Heb je een idee welke omschrijving het beste bij jou past? Ik ben een echte marathonloper. Voor mij geen stress om een deadline, daar maak je me écht niet blij mee. Gestaag doorwerken en goed plannen werkt voor mij top. Het is als marathonloper inderdaad soms lastig om samen te werken met een sprinter of uitsteller. Maar sinds ik erover gelezen heb, is het wel beter te begrijpen en makkelijker om rekening te houden met iemands voorkeur.
Welke omschrijving past het beste bij jou: marathonloper, sprinter of uitsteller? En hoe kun je dit gebruiken voor het behalen van je doelen? Misschien ga je je werk wel anders plannen of ga je hulp vragen om je niet meer zo rot te voelen bij het uitstellen?
Fijne dag!
groetjes Evelien
No Comments